Op deze plek staan de verzamelde blogartikelen over de spelende of filosoferende mens.
De inhoud kan een anekdote zijn, een verhaal, een gekke waarneming, een overweging, een inzicht, een boek of wat mij op enig moment ook maar inspireerde.
Elegantie en stijlvolle eenvoud zijn de woorden die vaak voorkomen in deze blogs omdat ze mij na aan het hart liggen.
In het leanwoordenboek staan deze drie woorden met hoofdletters geschreven. En terecht. Ieder van deze woorden vertegenwoordigt een wereld van beelden, acties, tips en wijsheid. Ik wil proberen in deze blogpost een eerste beeld te geven dat ik in vervolgposts zal uitwerken. De activiteit die samenhangt met deze drie woorden heet Kaizen (de betekenis van de tekens hiernaast) en staat voor kleine verbeteringen zonder investeringen uitgevoerd door de mensen die het werk doen.
Muda
Muda is het Japanse woord voor verspilling (letterlijk afval) maar dan breed op te vatten als alle activiteiten die geen waarde toevoegen. Er zijn door Taiichi Ohno 7 soorten Muda benoemd die ik hieronder in minder technische begrippen zal proberen te verwoorden:
Meer doen/maken dan nodig (overproductie)
Zaken/mensen verplaatsen zonder toegevoegde waarde (transport)
Voorraden aanhouden/buffers maken (ogenschijnlijke zekerheid en rijkdom)
Wachten van zaken of mensen
Zoeken naar spullen of mensen (overbodige beweging)
Onhandige logistiek/processen (geen regie of overzicht)
Fouten/bijna ongelukken
Eenmaal waargenomen is het een kwestie van “iets niet meer doen”. Het kost niets en levert veel op. Vooral de medewerkers die het feitelijke werk doen zouden er in getraind moeten worden om Muda te identificeren en daarna op te lossen. Zie de website: 7 verspillingen.
Mura
Mura is het woord voor onregelmatigheid en onbalans. Mura is aan de orde als de maandag in een bedrijf/afdeling ontzettend druk is en de vrijdag een heel rustige dag is. Mura is aan de orde als een deel van een proces heel vlot loopt en het proces stokt op een andere plek. De kunst hier is het streven de dagelijkse gang van zaken in balans te krijgen zodat het mogelijk wordt om stressvrij, met elegante slanke processen, veel voor elkaar te krijgen.
Muri
Muri is het Japanse woord voor ‘inspannend werk’. Het effect van teveel muri is opbranden of kapot gaan. Als medewerkers te lang te hard moeten werken branden ze op en vallen uit. Als machines of materiaal structureel overbelast wordt gaat het stuk. Bij medewerkers is er ook een element van competentie aan de orde (kan ik wat ik moet kunnen of kan ik het snel leren). Bij machines of spullen gaat het vaak om te geringe kwaliteit voor het doel (b.v. Ikea spullen in een groepskamer van een voorziening voor verstandelijk beperkte of dubbelgehandicapte kinderen).
Deze Japanse Drieling is een mooi onderwerp voor een teambijeenkomst. Hoe is het met verspilling, onbalans en opbranden bij ons gesteld. En… wat kunnen we er zelf aan doen zonder dat het veel hoeft te kosten.
Zie ook de post over administratieve verspillingen.
In de afgelopen weken had ik twee keer met opdrachtgevers een gesprek over roddelen. Wanneer ik probeer weer te geven hoe die situaties eruit zien dan kan ik dat als volgt beschrijven. Een medewerker komt naar je toe en vertelt je iets over een derde dat over het algemeen niet gunstig is. Vervolgens kom je als leidinggevende in de beroerde positie dat je iets weet maar er niets mee kunt want:
1. Je hebt geen directe waarneming dus
2. Je weet niet of het waar is en;
3. Omdat het niet iets positiefs of leuks is kun je er niet naar vragen en
4. Daarmee wordt het juist een zeer onnuttige, belastende en ‘lelijke’ ervaring.
Wat kun je er wel mee:
Lees de volgende zinnen en handel als Socrates wanneer een medewerker je iets wil gaan vertellen van deze orde.
Op een dag liep Socrates een kennis tegen het lijf die zei: ‘Socrates, weet je wat ik zojuist hoorde over een van je studenten?’ ‘Wacht even,’ antwoordde Socrates, ‘voordat je verdergaat, wil ik dat je een kleine test doet die Drievoudige Filter heet. Laten we eerst eens filteren wat je te zeggen hebt, voordat je verder gaat om met mij over een van mijn studenten te praten.’
‘Het eerste filter is: Heb je je er zelf van vergewist dat hetgeen je me gaat vertellen echt waar is?’
‘Ehh … nee,’ zei de kennis, ‘eigenlijk hoorde ik het net en ik dacht … ‘ ‘Goed,’ zei Socrates, ‘dus je weet niet zeker of het waar is.
Laten we nu eens het tweede filter proberen, het zogenaamde goedheidsfilter. Is hetgeen je gaat vertellen over mijn student iets goeds?’
‘Nee, juist het tegendeel…,’ antwoordde de kennis.
‘Dus’, ging Socrates verder ‘wil je me iets slechts over iemand vertellen, terwijl je niet zeker weet of het waar is.’
Dit maakte dat zijn kennis een beetje beschaamd en ongelukkig om zich heen begon te kijken.
‘Maar het kan nog steeds nuttig zijn dat je me vertelt wat je wilt vertellen omdat er ook nog een derde filter is: het filter van nuttigheid,’ zei Socrates. ‘Is hetgeen je wilt vertellen op de een of andere wijze nuttig voor mij?”
‘Ehhh … nee niet echt,’ gaf de kennis aan.
‘Welnu,’ zei Socrates, ‘als wat je me wilt vertellen niet Waar is noch Goed of Nuttig, waarom zou je me dat dan moeten vertellen?’ Socrates vervolgde zijn weg, de kennis verslagen achterlatend.
Bron van deze vertelling: Geciteerd door Max Herold – Managementissues.com (oerbron niet meer bereikbaar).
In de blogpost Tijd: die wonderlijke vriend…. maakte ik een rij van vier soorten omgang met tijd. Dat onderwerp blijft razend boeiend omdat tijd een fenomeen is dat ons allen ‘boeit’ en ‘bindt’.
Daarnaast is het ook de basis van Timemanagement. Gisteren werd ik attent gemaakt op een visueel voorbeeld van de laatste soort tijd dat ik jullie niet wil onthouden (met dank aan Jerre). De vier soorten tijd waren.
Op tijd.
Neem tijd.
De juiste tijd.
De omgekeerde tijd.
Het begrip van de omgekeerde tijd komt uit de muziek. Je kunt aan een muzikant horen of hij zijn werk doet met bewustzijn voor de laatste noot. Als dat niet het geval is verwordt de muziek tot techniek, het afwerken van de genoteerde guirlandes. Maar zo is het met alles. Je speelt als het ware tegelijk van het nu naar het eind en van het eind weer terug. Onvoldoende focus op het gewenste resultaat leidt tot chaotisch, voor anderen niet te volgen beleid. De wet van de omgekeerde tijd zou kunnen worden beschreven als : de omweg is de kortste weg.
De omweg is de kortste weg
Deze notie is prachtig weergegeven in het volgende animatie filmpje. De muziek is De Toccata en Fuga van Johan Sebastiaan Bach (d-mineur). Het is een prachtig orgelstuk dat vrijwel iedereen wel in zijn oren heeft zitten. Je kunt hier heel goed de weg van eerste noot naar laatste noot beleven. Bach doet niets anders als het vormgeven van 8 minuten ‘hier en nu’ in prachtige guirlandes (Toccata) en over elkaar duikelende reeksen (Fuga). Als de musicus dit stuk niet zou kunnen spelen met de laatste noot als in zijn bewustzijn zou de muziek niet om aan te horen zijn.
‘Staple to order’ oftewel jezelf vastnieten aan een formulier is een van de instrumenten uit de lean gereedschapskist. Ik gebruik de techniek om de horizontale weg in de ruimte en tijd zichtbaar te maken van een proces dat verbonden is met een formulier. En dat is vaak heel boeiend! Om deze methodiek beleefbaar te maken wil ik hier een voorbeeld beschrijven dat elementen bevat van verschillende concrete situaties die ik ken. Dus op pad!
Het betreft het formulier ‘Indiensttreding’. Wat ik als eerste doe is het aan mijn colbertje vastnieten zodat het formulier en ik even hetzelfde zijn: samen heten we FAD (formulierad). Vervolgens maak ik een wandeling samen met alle medewerkers die op weg iets met mij van doen hebben. Ik start bij een formulierenplank waar alle formulieren hun vaste plek hebben.
De start.
FAD. wordt opgehaald door een medewerker van de personeelsadministratie die ons meeneemt naar haar bureau en daar samenvoegt met een aantal andere formulieren in informatiezaken. FAD. komt terecht in een plastic mapje. Vervolgens verhuizen we naar een postvak in (zelfde ruimte) van een personeelsadviseur.
Daar moeten we wachten.
De personeelsadviseur werkt drie dagen per week en heeft net gisteren haar laatste werkdag gehad. De reis gaat over vier dagen verder (1,2,3,4). De personeelsadviseur neemt ons mee (gang door, eind van de gang rechts en dan de derde kamer) en we komen op zijn tafel terecht in verband met een afspraak aan het eind van de middag. Tijdens deze afspraak worden we volgeschreven. De aanstaande medewerker tekent, de personeelsadviseur tekent en samen met nog wat andere formulieren gaan we in het plastic mapje weer retour naar de personeelsadministratie (gang linksaf deur aan het eind). FAD wordt daar in het postbakje in gelegd van de secretaresse. De volgende dag worden we gekopieerd/gekloond (halfweg de ruimte is een klein apart hokje waar alle kopieerspullen staan ivm met arbo-regels). De kloon gaat naar de salarisadministratie en gaat vanaf daar haar eigen weg en eindigt in een naargeestige dikke ordner op maand gesorteerd.
Onze reis gaat nog verder.
Met behulp van de gegevens op FAD worden er verschillende documenten gemaakt zoals een aanstellingsbrief, een arbeidsovereenkomst (in tweevoud) en worden er wat mailtjes gestuurd naar bijvoorbeeld de ICT afdeling in verband met emailadres en dat soort zaken. Samen met de aanstellingsbrief en de arbeidsovereenkomsten maken we een reis (oversteken naar een ander gebouw, door de gang linksaf, 1e deur rechts) naar de kamer van de bestuurssecretaresse. Daar gaan we in het postvak. Later deze dag komen we terecht in een prachtige vakkenmap met te tekenen stukken. Deze vakkenmap (met ons erin) verhuist vlak voor het einde van de dag naar het kantoor van een van de leden van de Raad van Bestuur.
We brengen die nacht door in een mooi kantoor.
De volgende morgen worden er stukken getekend en de eerste keer dat de bestuurssecretaresse in de kamer komt neemt ze ons weer mee terug. Later die dag worden we opgehaald door de secretaresse van de afdeling personeelszaken. We steken weer over (het regent inmiddels). Op het secretariaat krijgen we twee gaatjes en komen we terecht in een personeelsdossier. De reis is ten einde!
Is dat niet leuk om te doen?
En uiteraard is het ook heel verhelderend. We reflecteren met elkaar en het interessante van een dergelijke oefening is dat iedereen heel goed zicht krijgt op het werkelijke proces. We kijken op de werkplek zelf (dat is wat de Japanners de Gemba noemen) naar zaken die echt gebeuren. Als je dat doet dan komen er automatisch beelden van dingen die onhandig zijn, beter kunnen, overbodig zijn enz. En dat is mooi. Want verspilling of onhandigheid opheffen is niet zo moeilijk maar het waarnemen wel.
De methodiek is ook beschreven in een artikel in de Harvard Business Review.
Deze post beschrijft nr 3 van de 7 verspillingen. Een inleiding op dit thema is hier te vinden.
Beschrijving
Opslaan (storage) is het oppakken van iets en het vervolgens ergens anders tijdelijk parkeren, om het later nog een keer op te pakken en te gebruiken. Voorraden zijn het gevolg van opslaan. Opslaan en voorraden zijn direct gerelateerd aan transport en overproductie want wat je teveel maakt moet ergens heen om tijdelijk te worden opgeslagen.
Verschijningsvormen en oorzaken
Inbox mail: de meest voorkomende vorm van opslaan en voorraad van deze tijd. Ik vraag vaak naar het aantal mailtjes dat mijn gesprekspartner in zijn inbox heeft zitten. Het aantal varieert van 10 tot 7000. In het kader van lean is een mooi streven Inbox Zero. Niets laten staan, parkeren, ongelezen markeren enz. Er is veel webspace gewijd aan dit principe maar de oergrond vind je hier: inbox zero! inclusief een mooie video van een presentatie voor de medewerkers van Google van Merlin Mann. Inbox Zero wil zeggen dat iedere keer als je een mailtje verwerkt het ook acuut verdwijnt uit de inbox. Als het even kan zou alle mails van de dag consequent dienen te verwerken zodat de bodem geraakt wordt. Verwerken betekent niet dat alle acties uit de mails ook direct compleet afgevinkt hoeven te worden. Mails kunnen worden omgezet in acties en op de eerst-volgende-actie-lijst een plek krijgen. Je kunt ook een mapje aanmaken ‘actie-info’ of ‘actie-support’. Zaken waar een ander wat moet doen kunnen in een map ‘wachten op’ en zaken die moeten sudderen gaan in een map ‘incubatie’ of ‘misschien/ooit’. Als je eenmaal gewend bent aan het genot van een lege inbox (of alleen ‘verse mail’ ziet) wil je nooit meer anders.
De formulierenplank: (kast/wand): ieder kantoor heeft het wel. Een rij bakjes (met als het meezit een klein labeltje op de voorkant waarop staat wat er in zit) waar een aantal voorgeprinte (soms bleek doorgekopieerde) formulieren liggen. 40/50 formulieren is niet uitzonderlijk. Als je een keer een poosje voor de kast gaat staan en je voorstelt welke logica daar tot vorm is gekomen dan kom je waarschijnlijk tot dit interessante beeld. Die kast staat daar nog vanuit de tijd dat er geen printers/computers waren en het handig was om een voorraadje gekopieerde formulieren te hebben. In deze tijden zou ik er toch voor gaan dat alle formulieren (en wel zo min mogelijk en zo simpel mogelijk) in Pdf (laatste versie) logisch geordend in een gedeelde map beschikbaar zijn. Voordelen te over: altijd de juiste versie; geen overproductie; geen geheen en weer; geen opslag en voorraad.
De stapel ‘nog te archiveren’: ook dit fenomeen is vrijwel overal terug te vinden. Ergens ligt een horizontale stapel papier dat een plek moet krijgen in ordners of dossiers. Opbergen is corvee en krijgt derhalve niet altijd prioriteit. In de gunstigste gevallen ruimt de stagiaire of de junior de zaak wekelijks op maar veel vaker wordt het een stapel waaruit spullen worden gevist als ze niet op de plek zitten waar ze horen met als gevolg dat het snel een rommeltje wordt, de ordners en dossiers niet bij zijn -en dus niet betrouwbaar- zijn met alle gevolgen van dien waaronder overbodige beweging/zoeken (een van de andere verspillingen). Remedie: liefst digitaal archiveren. Als dat (nog) niet kan een archiefsysteem en plaatsplek organiseren waarin ieder papier binnen een minuut (dat is tijd die een gemiddeld mens nog net acceptabel vindt) te archiveren is en dan ook de routine/discipline ontwikkelen om iedereen alles direct op te laten ruimen als het afgewerkt is. Het grote voordeel is dat de ordners en dossiers betrouwbaar worden en de zoektijd vermindert.
Wie deze vorm van verspilling eenmaal heeft ontdekt zal hem veel vaker en in veel gedaantes gaan zien. Oplossen is niet moeilijk maar waarnemen des te meer (Tips: printpapier, paperclips, cup-a-soup, introductiemappen voor nieuwe medewerkers enz. enz).
Ik las het boek ‘De Zahir’ van Paulo Coelho, AP uitgeverij (gekregen van Sven, waarvoor veel dank). In het boek staat in dialoogvorm (blz 44 en 45) heel mooi de essentie van netwerken beschreven. De metafoor is een onzichtbare bank met de welluidende naam Bank van Wederdienst. Het betreffende citaat:
‘Wat is dat: de Bank van Wederdienst?’
‘Dat weet je wel. Geen mens ter wereld die hem niet kent.’
‘Dat kan zijn, maar ik snap toch nog niet wat je bedoelt.’
‘In een boek van een Amerikaanse schrijver wordt hij beschreven. Het is de machtigste bank ter wereld. En in alle sectoren aanwezig.’
‘Ik kom uit een land zonder literaire traditie. Ik zal waarschijnlijk niemand een dienst kunnen bewijzen.’
‘Dat is niet van belang. Ik kan je een voorbeeld geven: ik weet dat jij iemand bent die gaat groeien, op een dag zul je veel invloed hebben. Ik weet het omdat ik ooit net zoals jij ben geweest, ambitieus, onafhankelijk, eerlijk. Vandaag de dag heb ik niet meer de energie die ik vroeger had, maar ik wil jou helpen omdat ik niet kan of niet wil blijven stilstaan, ik droom niet van mijn pensioen maar ik droom van het interessante gevecht dat het leven is, van macht, van glorie. Ik begin met stortingen te doen op jouw rekening – geen geld maar contacten. Ik stel je voor aan allerlei mensen, ik maak bepaalde onderhandelingen gemakkelijker voor je – voorzover dat wettelijk is toegestaan. Jij weet dat je me het een en ander schuldig bent, ook al vraag ik je nooit om iets in te lossen.’
‘Tot op een goede dag … ‘
‘Precies. Tot op een goede dag het zover is, en ik jou om iets vraag. Je kunt nee zeggen, maar je weet dat je bij me in het krijt staat. Je zult doen wat ik je vraag, ik blijf je helpen, de anderen zullen horen dat jij een betrouwbaar iemand bent, ze doen stortingen op jouw rekening-uitsluitend contacten, want deze wereld bestaat uit contacten en verder niets. Op een dag zullen ze jou ook om iets vragen, jij toont respect voor de persoon die jou geholpen heeft en biedt hem jouw steun, en na verloop van tijd zul je beschikken over een netwerk dat de hele wereld omspant, je zult de mensen leren kennen die je moet kennen, en je invloed zal steeds groter worden.’
‘Of ik weiger te doen wat jij me vroeg.’
‘Natuurlijk, dat kan. Investeren in de Bank van Wederdienst is – net als bij iedere andere bank – niet zonder risico. Je weigert me de dienst waar ik je om vroeg, want je vindt dat ik je hielp omdat jij dat verdiende, jij bent de grootste, wij hebben allemaal de plicht jouw talent te erkennen. Goed, ik bedank je, ik vraag wel een ander op wiens rekening ik ook heb gestort, maar vanaf dat moment weet iedereen, zonder dat er iets gezegd hoeft te worden, dat jij het vertrouwen niet waard bent.
Je kunt groot worden, maar je zult nooit zo groot worden als je ambieerde. Op een gegeven moment begint je leven bergafwaarts te gaan, je bent halverwege gekomen maar de top heb je niet bereikt, je bent maar half tevreden en niet echt vrolijk, je bent noch een gefrustreerd man, noch iemand die zich volledig heeft kunnen ontplooien. Je bent warm noch koud, je bent lauw en, zoals de een of andere evangelist zegt in een of ander heilig boek, lauwe dingen smaken niet.’
En dat is toch maar weer eens mooi beschreven! Later meer.
In mijn eerste jaren als beleidsmedewerker en hoofd P&O had ik een secretaresse (Ciel) die speciaal voor mij een laatje in een staande kast in ere hield waar een mooi label op zat waar ‘Troepjes’ op stond.
De clou van dit laatje was dat alle losse ditjes en datjes, gekregen pennen, papieren, badges van congressen, reuze interessante floppies, hebbedingetjes van een uitzendbureau, batterijen en dergelijke toch een plek hadden. Een paar keer per jaar was het aan de orde om de troepjeslade op te ruimen.
Dat gaf heel veel voldoening! Uitdelen en weggooien was het devies.
George Carlin was een Amerikaanse komiek (hij is in 2008 overleden) die zijn publiek spiegels voor houdt. Een van de spiegels is zijn sketch over “Stuff”. Iets meer als 5 minuten dikke pret over anderen (maar toch ook een beetje over mezelf).
Maar nu die troepjes. De clou is er voor te zorgen dat ze niet binnenkomen.
Dus als je bij een studiedag een bloknoot krijgt, een flutpen, een badge, een mooie paperclip, een muispad, een plastic tas met folders enz. enz. gewoon niet aanpakken of naderhand weer inleveren. Is duurzaam, groen, geeft een lekker gevoel van regie (want je loopt toch wel gauw voor joker met zo’n plastic congrestas op het station).
Maar ook nieuwsbrieven en abonnementen op blogs (behalve de mijne natuurlijk) afzeggen. Uitzendbureaus verzoeken geen prullen meer te geven maar in plaats daarvan eventueel zaken die eetbaar zijn (en dus vanzelf opgaan).
Kalenders en PR spul van PGGM, UWV enz. in de aanbieding doen bij de koffie en daarna rigoureus weggooien. Dikke enveloppen met folders van dit en dat terugsturen naar de afzender.
Daarnaast ben ik erg van een paar hele mooie spullen (dus een MacBook Pro en een iPhone). Ik geef toe: ook gedeeltelijk boystoys maar daar heb ik dan ook veel pret van :-).
We gebruiken cookies zodat deze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.IK BEN AKKOORDNee, ik wil meer info