Over overproductie (te veel doen of maken)
Overproductie is één van de 7 verspillingen – en ook nog eens een die andere verspillingen oproept.
Bij verspillingen wordt bijzonder vaak als eerst gedacht aan over-productie. Meer maken dan er vraag is. Als kind van het Westland zie ik de stapels op de veiling doorgedraaide tomaten en komkommers nog voor me. Te veel geteeld en daardoor gewoon wegrottend achter of aan de zijkant van een kas.
Overproductie is de start van een aantal andere verspillingen. Als je iets te veel maakt dan moet je het ergens opslaan (verspilling opslag) en vervolgens moet je het daarnaar toe brengen (leidend tot de verspilling transport). Vervolgens ligt je voorraad te wachten totdat het mogelijk ooit nog eens van pas komt (de verspilling wachten).
Kortom in lean thinking wordt overproductie beschouwt als de ergste verspilling die er is.
Er is daarnaast ook nog een andere kant. Onder-produceren leidt ook tot verspilling. Als je minder doet dan gewenst door de klant dan laat je kansen en dus toegevoegde waarde, respectievelijk winst liggen. Als dit onderproduceren voortkomt uit een slechte eigen logistiek, veel herstelwerk of veel zoeken naar spullen dan zijn bij onderproductie de andere drie verspillingen aan de orde.
Het is dus van groot belang over- en onderproductie goed te leren waarnemen. Vanuit een zuiver economisch perspectief zijn over- en onderproductie in balans als de klantvraag de productie bepaalt en deze productie in flow verloopt. Deze logica wordt pull-strategie genoemd en komt in plaats van de huidig gebruikelijke push-strategie (maken en daarna ervoor zorgen dat het verkocht wordt).
Als ik mij inleef in deze verspilling kom ik op de volgende drive:
“Zo veel, vaak en snel als het kan’ is mijn strategie. Als ik machines en mensen veel zie doen, hard zie werken dan ben ik blij. Ik zie graag stapels en voorraden ontstaan, zij zijn de bewijzen van mijn inspanning en gelijk. Ik werk niet voor een ’speciale klant’ maar voor iedereen op deze planeet. Alles wat kan en mogelijk is, wil ik ook gedaan hebben. Steeds mooier, preciezer en vollediger. Klaar ben ik dus nooit. Mijn werk komt niet af. Ik heb haast en maak als het even kan zo veel mogelijk rondes door een proces heen. Ik ben bang voor kapotte spullen en machines omdat zij ervoor kunnen zorgen dat apparaten, machines en mensen niet meer verder kunnen. Ik ben bang voor een tekort aan grondstoffen en bang dat ze er niet op tijd zijn.
Ik ben bang dat mijn werkers uitvallen, weggaan of ziek worden en ik niet meer voldoende kan doen. Mij stelt het pas gerust als ik grote voorraden heb want dan is er op geen enkel moment een tekort.”
Leren Zien
Overproductie wordt zichtbaar bij de afvalstromen van een organisatie. Bij de papierbakken zie je al het te veel gemaakte print en kopieën, bij de werkplaatsen alle ‘scrap’, bij de kantine het overgeproduceerde voedsel enz. Onderproductie wordt zichtbaar in gestress, leidend tot fouten en bijna-ongelukken.
Kanban
Kanban is een kaartje of een ander visueel systeem dat er voor zorgt dat er precies dat wordt geproduceerd wat nodig is voor de volgend stap in het proces. Je verzorgt als het ware de tussenvoorraad voor de volgende stap. In de meest simpele vorm is Kanban te vinden bij McDonalds. Je vraagt een BigMac. Van de drie die er altijd onder de lamp op voorraad zijn krijg jij er een. Aan de andere kant van de tussenvoorraadkast komt een melding: BigMac bij maken. En de tussenvoorraad wordt weer aangevuld. Overigens is de McDonalds verder kampioen overproductie waar het gaat om afval.
Een ander voorbeeld voor thuiswerken kun je hier vinden.
TOC
Zoek de bottleneck in het proces en vlak ervoor zul je overproductie aantreffen. Omgekeerd is het ook geldig. Kijk naar de processtap achter de voorraad die ontstaan is, en je zult een bottleneck vinden. Er is een duidelijke theorie over overproductie, voorraden en processen die als naam TOC heeft. TOC is de afkorting van Theory Of Constraints en komt uit een in romanvorm beschreven managementboek met als titel “Het Doel” van Eliath Goldratt. Het verhaal gaat over de zwakste schakel in het proces en hoe je daar het beste mee om kunt gaan.
Eind van het proces
Kijk naar het eind van je proces en de voorraden die daar ontstaan en je ziet de overproductie tevoorschijn komen. Er is wel product maar (nog) geen klant. In administratieve omgevingen zijn dat de formulieren die wachten op de invullers. Bij uitgevers zijn dat de stapels boeken die wachten op klanten. Bij de oliebollenkraam zijn dat de inmiddels koud geworden oliebollen en appelflappen (terwijl de meeste mensen liever warme hebben).
Klein Experiment
In het huishouden is overproductie ook heel gebruikelijk. Let eens een week op de hoeveelheid eten die wel wordt bereid maar niet wordt opgegeten. Let eens op de thee en koffie die te veel gezet koud in de gootsteen verdwijnt. Wanneer je vervolgens probeert minder te koken of voor te bereiden kun je onderproductie tegenkomen. Zo precies mogelijke hoeveelheden koken en koffie en thee zetten is nog niet eens zo eenvoudig. Vandaar dat het in een complex systeem als een organisatie de intelligentie en creativiteit vergt van iedere medewerker, wil je stappen maken op dit terrein.
Tip! Ben je een Apple/Mac gebruiker? Kijk dan eens op de website MacMonk